Schijnzelfstandigheid bij zzp'ers en Wet DBA in 2025

Wat moet je als opdrachtgever nou écht weten (en doen) om het risico op schijnzelfstandigheid bij ingehuurde zzp’ers effectief te beperken?

Schijnzelfstandigheid bij zzp'ers en Wet DBA in 2025​
Schijnzelfstandigheid bij zzp'ers en Wet DBA in 2025​
Sinds 1 januari 2025 controleert de Belastingdienst weer actief op schijnzelfstandigheid. Werk jij met zzp’ers die in de praktijk eigenlijk functioneren als werknemer? Dan loop je een serieus risico op naheffingen, correcties én arbeidsrechtelijke verplichtingen die je als opdrachtgever mogelijk niet hebt voorzien.

De Belastingdienst kijkt vanaf dit jaar nadrukkelijk naar hoe de samenwerking feitelijk wordt ingevuld. Een modelovereenkomst of goede intentie is niet genoeg. 

Het goede nieuws: 2025 is een overgangsjaar. Zolang je laat zien dat je actief werk maakt van het beoordelen en – indien nodig – aanpassen van je zzp-constructies, krijg je in beginsel de kans om te verbeteren zonder directe boetes. Maar die ruimte is tijdelijk.

In dit artikel leggen we uit wat er juridisch speelt, waar de risico’s liggen, welke criteria de Belastingdienst gebruikt én wat je nu concreet kunt doen om je als opdrachtgever in te dekken. Praktisch, concreet en juridisch onderbouwd.

Op deze pagina

Wat moet je als opdrachtgever weten over schijnzelfstandigheid? 


Sinds
1 januari 2025 controleert de Belastingdienst weer actief op schijnzelfstandigheid. Werk jij met zzp’ers die in de praktijk eigenlijk functioneren als werknemer? Dan loop je een serieus risico op naheffingen, correcties én arbeidsrechtelijke verplichtingen die je als opdrachtgever mogelijk niet hebt voorzien.

De Belastingdienst kijkt vanaf dit jaar nadrukkelijk naar hoe de samenwerking feitelijk wordt ingevuld. Een modelovereenkomst of goede intentie is niet genoeg. 

Het goede nieuws: 2025 is een overgangsjaar. Zolang je laat zien dat je actief werk maakt van het beoordelen en – indien nodig – aanpassen van je zzp-constructies, krijg je in beginsel de kans om te verbeteren zonder directe boetes. Maar die ruimte is tijdelijk.

In dit artikel leggen we uit wat er juridisch speelt, waar de risico’s liggen, welke criteria de Belastingdienst gebruikt én wat je nu concreet kunt doen om je als opdrachtgever in te dekken. Praktisch, concreet en juridisch onderbouwd.

Wat is schijnzelfstandigheid?


Een zzp’er is schijnzelfstandig wanneer hij of zij juridisch als opdrachtnemer is gecontracteerd, maar in de praktijk functioneert als werknemer.

Dit is meer dan een juridische formaliteit: het bepaalt of jij loonheffingen moet afdragen, arbeidsvoorwaarden moet bieden en of er sprake is van ontslagbescherming.

Hoe herken je als opdrachtgever dat er mogelijk sprake is van schijnzelfstandigheid? 


Let op deze signalen:

  • De zzp’er is economisch afhankelijk van jouw opdracht en kan het werk financieel niet missen.
  • De zzp’er werkt langdurig of uitsluitend voor jouw organisatie
  • De zzp’er heeft weinig of geen onderhandelingsruimte over tarieven, werktijden of werklocatie.
  • De werkzaamheden zijn onderdeel van jullie “core business” en worden uitgevoerd binnen jullie bedrijfsstructuur, met gebruik van interne bedrijfsmiddelen.

Let op: de beoordeling van een arbeidsrelatie is altijd maatwerk en betreft een holistisch toets (“alle omstandigheden”). De Belastingdienst kijkt niet alleen naar het contract op papier, maar vooral naar hoe de samenwerking in de praktijk wordt ingevuld. De intentie van partijen is niet doorslaggevend; de praktijk telt.

Hoe kwalificeert de Belastingdienst een dienstverband?


Volgens de Belastingdienst is er sprake van schijnzelfstandigheid indien iemand zich presenteert als een zzp’er terwijl er, volgens het Nederlandse arbeidsrecht, sprake is van een dienstverband.  Om te beoordelen  of er sprake is van een zogenaamd ‘verkapt dienstverband’ gaat de Belastingdienst de volgende criteria af:

  • Loon: Wordt er een vast bedrag betaald aan de zzp’er, vergelijkbaar met een werknemer (salaris)?
  • Persoonlijke arbeid: Is de zzp’er verplicht om het werk persoonlijk uit te voeren, of kan de opdracht worden uitbesteed aan anderen?
  • Gezagsverhouding: Bestaat er een hiërarchische relatie waarbij de opdrachtgever instructies en aansturing geeft aan de zzp’er, vergelijkbaar met een werknemer?

Als deze criteria worden vervuld, betekent dit dat de zzp’er eigenlijk als een werknemer wordt beschouwd volgens de wet. In dat geval moeten er loonbelasting en sociale premies worden betaald.

De holistische toets: wanneer de praktijk zwaarder weegt dan het papier


Het vaststellen van een arbeidsovereenkomst vraagt om een bredere benadering dan alleen het toetsen van gezag, arbeid en loon. Alle feiten en omstandigheden van de samenwerking worden in samenhang beoordeeld, een proces dat bekendstaat als de holistische toets.

De Hoge Raad heeft bepaald dat deze toets in twee stappen verloopt:

  1. De uitlegfase: Welke afspraken zijn er gemaakt en hoe worden deze in de praktijk uitgevoerd?
  2. De kwalificatiefase: Voldoen deze afspraken en de uitvoering daarvan aan de wettelijke criteria van een arbeidsovereenkomst?

Geen enkele omstandigheid is doorslaggevend; het gaat om het totaalbeeld. Dit betekent dat zelfs een duidelijke modelovereenkomst geen garantie biedt als de praktijk wijst op een dienstverband.

Gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest


Het Deliveroo-arrest van de Hoge Raad biedt concrete aanknopingspunten voor de holistische toets. De volgende negen gezichtspunten spelen een belangrijke rol bij de beoordeling:

  1. Aard en duur van de werkzaamheden: Zijn de werkzaamheden structureel of incidenteel van aard?
  2. Manier van vaststellen van werktijden en werkzaamheden: Heeft de opdrachtgever controle over het werkrooster en de uitvoering?
  3. Mate van integratie in de organisatie: Is de zzp’er onderdeel van de organisatie, bijvoorbeeld door gebruik van interne systemen of instructies?
  4. Persoonlijke uitvoering: Is de zzp’er verplicht om het werk zelf te doen, of mag hij/zij dit uitbesteden?
  5. Totstandkoming van afspraken: Zijn de afspraken typerend voor een zzp-relatie of voor een arbeidsrelatie?
  6. Beloningswijze: Hoe wordt de vergoeding bepaald en uitbetaald?
  7. Hoogte van de beloning: Is de vergoeding marktconform voor een zelfstandige of vergelijkbaar met een salaris?
  8. Commercieel risico: Draagt de zzp’er financieel risico, bijvoorbeeld bij ziekte?
  9. Ondernemerschap: Gedraagt de zzp’er zich als ondernemer? Denk aan het hebben van meerdere opdrachtgevers, investeren in marketing of hoe de Belastingdienst de zzp’er behandelt.

Extern ondernemerschap na het Uber-arrest: wat verandert er voor jou als opdrachtgever?


Sinds het Uber-arrest (Hoge Raad, februari 2025) is extern ondernemerschap nadrukkelijk als volwaardig beoordelingscriterium vastgelegd. Waar voorheen vooral werd gekeken naar de relatie tussen jou en de zzp’er, wordt nu óók gekeken naar hoe de zzp’er zich buiten jouw organisatie opstelt.

Laat de zzp’er zich zien als ondernemer in het economisch verkeer? Denk aan zichtbare kenmerken van ondernemerschap zoals een eigen website, logo of huisstijl, maar ook aan praktische zaken zoals een zakelijk e-mailadres, een telefoonnummer dat op naam van het bedrijf staat, of een aparte zakelijke bankrekening. Andere voorbeelden zijn het voeren van een administratie, het hebben van een btw-nummer, het gebruik van visitekaartjes, en een bedrijfsbus met eigen bestickering of logo. Heeft de zzp’er meerdere opdrachtgevers en loopt hij of zij ondernemersrisico’s, zoals wanbetaling of aansprakelijkheid? Of is jouw opdracht eigenlijk de enige inkomstenbron en ontbreekt iedere vorm van ondernemersgedrag?

Twee zzp’ers die exact hetzelfde werk doen bij jou op locatie, kunnen toch verschillend worden beoordeeld, afhankelijk van hun externe ondernemerschap. Dat betekent ook dat jij als opdrachtgever moet kunnen onderbouwen dat je dit aspect hebt meegewogen bij het aangaan van de samenwerking.

Wat vraagt dit van jou? 

  • Je moet actief nagaan of een zzp’er zich ook buiten jouw organisatie als ondernemer gedraagt. Dat begint al bij het eerste contact: stel gerichte vragen over het aantal opdrachtgevers, KvK-inschrijving, btw-nummer, zakelijke bankrekening en verzekeringen. 
  • Leg deze informatie goed vast. Het is verstandig om per zzp’er een dossier aan te leggen waarin je onder meer een kopie van het inschrijfbewijs bij de Kamer van Koophandel, polisbladen van zakelijke verzekeringen, een overzicht van andere opdrachtgevers, en bijvoorbeeld facturen of uittreksels van een zakelijke rekening bewaart. Ook kun je noteren of de zzp’er beschikt over een zakelijke huisstijl, website, telefoonnummer of e-mailadres. 

Juridische en fiscale risico’s bij schijnzelfstandigheid voor jou als opdrachtgever


Blijkt achteraf dat jouw samenwerking met een zzp’er eigenlijk een dienstverband is? Dan kun je als opdrachtgever te maken krijgen met forse fiscale en juridische  gevolgen. Denk aan naheffingen, arbeidsrechtelijke claims, reputatieschade en langdurige correctietrajecten. Wat begon als een zakelijke samenwerking, kan eindigen in een juridisch hoofdpijndossier.

Belastingtechnische gevolgen bij schijnzelfstandigheid

 

Een verkeerde kwalificatie van de arbeidsrelatie kan flinke fiscale gevolgen hebben. Als blijkt dat jouw zzp’er feitelijk als werknemer werkt, dan moet je loonheffingen en sociale premies afdragen alsof het om een dienstverband gaat.

Voor 2025 geldt een overgangsjaar. De Belastingdienst kijkt dan in principe alleen naar het lopende jaar, tenzij er sprake is van kwaadwillendheid of je een eerder afgegeven aanwijzing hebt genegeerd. In dat geval kan ook met terugwerkende kracht worden gecorrigeerd.

Je kunt te maken krijgen met:

  • Naheffingen: je moet dan alsnog loonheffingen en premies afdragen.
  • Boetes: in 2025 worden nog geen boetes opgelegd bij verzuim of vergrijp, zolang je laat zien dat je actief bezig bent met het beoordelen van je arbeidsrelaties. Wacht dus niet af, maar onderneem tijdig actie om te laten zien dat je je verantwoordelijkheid serieus neemt. 
  • Intensievere controle: de Belastingdienst kan je organisatie vaker controleren en zelfs een boekenonderzoek starten.

Arbeidsrechtelijke gevolgen bij schijnzelfstandigheid


Naast fiscale gevolgen kunnen er ook arbeidsrechtelijke consequenties zijn bij een verkapt dienstverband. Als jouw zzp’er alsnog als werknemer wordt aangemerkt, gelden namelijk alle normale arbeidsrechten (met terugwerkende kracht). 

Dat betekent dat je verantwoordelijk wordt voor loondoorbetaling bij ziekte (maximaal twee jaar), het toekennen van vakantierechten waaronder doorbetaalde vakantie-uren, en het naleven van regels rondom ontslagbescherming en pensioenregelingen. Maar denk ook aan mogelijke cao-verplichtingen zoals onkostenvergoedingen. 

Veelvoorkomende misvatting: “Maar ik had toch een modelovereenkomst?”


Dit blijft één van de grootste valkuilen. Een modelovereenkomst biedt geen vrijwaring als jij en de zzp’er in de praktijk anders werken dan is afgesproken. De Belastingdienst – én de rechter – kijken naar de feitelijke situatie. Je kunt dus alsnog als werkgever worden aangemerkt, ook al dacht je alles, op papier, goed geregeld te hebben.

Juist daarom is het zo belangrijk om niet alleen naar je contracten te kijken, maar ook naar hoe de samenwerking werkelijk wordt uitgevoerd. 

Bovendien besloot de Belastingdienst in 2024 – op verzoek van het kabinet – om geen nieuwe modelovereenkomsten meer goed te keuren. De bestaande overeenkomsten behouden hun geldigheid tot en met 31 december 2029, zolang ze in de praktijk worden nageleefd zoals bedoeld én nog passen binnen de actuele wet- en regelgeving.

Hoe handhaaft de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid in 2025?


De Belastingdienst werkt met een risicogerichte aanpak. Dat houdt in dat zij zzp-constructies die eruit springen – bijvoorbeeld door meldingen of opvallende patronen – actief gaat onderzoeken.

De aanpak verloopt meestal in deze volgorde:

1. Bedrijfsbezoek (bewustwording & waarschuwing)

 
De meeste trajecten starten met een bedrijfsbezoek. Een inspecteur gaat dan met je in gesprek over de zzp’ers in jouw organisatie. Er is op dat moment nog géén formele verdenking, maar de boodschap is helder: je moet kunnen laten zien dat je serieus hebt nagedacht over de juiste kwalificatie van je arbeidsrelaties. Zo’n gesprek geldt als waarschuwing, maar is juridisch nog géén formeel handhavingsmiddel zoals een aanwijzing. Je krijgt dus de kans om bij te sturen.

2. Herstelperiode (verbeter je werkwijze)

 
Als blijkt dat er risico’s zijn op schijnzelfstandigheid, krijg je tijd om maatregelen te nemen. Denk aan: werkprocessen aanpassen, modelovereenkomsten tegen het licht houden, en zzp’ers misschien herkwalificeren als werknemers. Zolang je laat zien dat je dit serieus oppakt, blijft de Belastingdienst nog aan de zachte kant.

3. Boekenonderzoek (als je niet handelt of te laat bent)


Volg je de waarschuwingen niet op? Dan kan een boekenonderzoek volgen. De inspecteur beoordeelt dan officieel of de zzp’er eigenlijk een werknemer is. Als blijkt dat jij het risico kende maar niets deed, zijn de gevolgen vanaf dat moment wél serieus – inclusief naheffingen en (vanaf 2026) boetes.

Let op: bij een ernstig vermoeden van schijnzelfstandigheid – bijvoorbeeld door meldingen van de Arbeidsinspectie of bevindingen uit een btw-controle – kan de Belastingdienst direct een boekenonderzoek instellen. Dan is er géén voortraject met waarschuwing of herstelperiode.

Vooroverleg aanvragen bij de Belastingdienst 


In 2025 kun je als opdrachtgever bij de Belastingdienst een verzoek tot vooroverleg indienen. Daarmee kun je vooraf laten toetsen of jouw kwalificatie van de arbeidsrelatie met een zzp’er klopt. 

Belangrijk om te weten: de Belastingdienst adviseert niet. Jij komt met een concreet dossier en een eigen kwalificatie, en vraagt vervolgens of de Belastingdienst dit standpunt onderschrijft. Als de praktijk overeenkomt met wat je hebt beschreven, geeft het standpunt van de Belastingdienst je een zekere mate van duidelijkheid. Maar het biedt géén absolute zekerheid, bij afwijkingen in de praktijk, biedt het standpunt van de Belastingdienst alsnog weinig houvast. 

De praktische waarde van vooroverleg is dus beperkt. Vooral bij dynamische samenwerkingen of situaties met veel grijze gebieden levert het zelden echte zekerheid op. En: de procedure vraagt tijd, voorbereiding en nauwkeurige documentatie. 

Hoe voorkom je als opdrachtgever schijnzelfstandigheid in 2025?


Hieronder zie je hoe je dat als opdrachtgever zorgvuldig kunt aanpakken. Niet als checklist, maar als opeenvolgende fasen in je eigen proces van risicobeheersing:

Fase 1: Breng de huidige situatie in kaart


Voordat je kunt bijsturen, moet je weten hoe je ervoor staat. Maak daarom eerst een totaalbeeld van alle zelfstandigen die voor je organisatie werken. Hoeveel zijn het er? Hoe lang werken ze al bij je? In welke functies? En zijn er eerdere dienstverbanden geweest? Deze fase draait om inzicht. Zonder overzicht kun je geen verantwoorde keuzes maken.

Fase 2: Voer per zzp’er een grondige scan uit


Daarna zoom je per zelfstandige in. Voer een ‘zzp-scan’ uit waarin je niet alleen het contract bekijkt, maar vooral de feitelijke samenwerking beoordeelt. Neem daarbij o.a. de volgende factoren mee:

  • Uurtarief: de hoogte van het tarief (en of de zzp’er hierover heeft kunnen onderhandelen) is relevant
  • Duur en intensiteit: hoe lang werkt de zzp’er al bij je, en hoeveel uur per week?
  • Inbedding: gebruikt hij interne systemen, zijn de werkzaamheden onderdeel van jullie “core business”, doet hij mee aan werkoverleggen of heeft hij een @bedrijfsnaam.nl-mailadres?
  • Vrijheid in werktijden en uitvoering: bepaalt de zzp’er zelf hoe en wanneer hij werkt?
  • Economische afhankelijkheid: kan de zzp’er ook zonder jouw opdracht financieel overleven? 
  • Extern ondernemerschap: zijn er andere opdrachtgevers, een KvK-inschrijving, BTW-nummer, zakelijke website, logo, of een eigen bus met bestickering?
  • Afspraken rondom aansprakelijkheid: Staat in het contract dat de zzp’er zelf aansprakelijk is voor fouten of schade? Heeft de zzp’er een eigen aansprakelijkheidsverzekering afgesloten? 
  • Vervanging: is er in het contract iets opgenomen over vervanging? En kan de zzp’er, zich in de praktijk, ook daadwerkelijk laten vervangen? 
  • Debiteurenrisico: loopt de zzp’er een debiteurenrisico? 

Fase 3: Beoordeel per zzp’er: doorgaan, aanpassen of stoppen?


Op basis van je analyse bepaal je per zzp’er: kunnen we deze samenwerking in de huidige vorm voortzetten, of moeten we iets veranderen? Denk aan:

  • Doorgaan, mits je kunt aantonen dat de zzp’er écht zelfstandig is (in gedrag én positie).
  • Aanpassen, bijvoorbeeld door de opdracht anders te structureren of taken af te bakenen.
  • Beëindigen of omzetten, wanneer het werk feitelijk een dienstverband, kun je ervoor kiezen om de zzp’er een arbeidsovereenkomst aan te bieden of de samenwerking te stoppen.

Uiteraard is het belangrijk dat alle contracten en juridische documenten aansluiten op je keuze. Doe dit niet alleen. Schakel een jurist in die écht thuis is de regels rond zzp-constructies. Zo voorkom je dat een fout in de formulering later alsnog tegen je werkt.

Fase 4: Leg alles vast in een zzp-dossier


Is de samenwerking (aangepast of niet) voortgezet? Leg dan alles goed vast. Maak per zzp’er een actueel dossier aan waarin je minimaal opneemt:

  • De uitkomsten van je zzp-scan
  • Contracten en afspraken
  • Bewijs van ondernemerschap (bijvoorbeeld offertes, facturen, KvK-uittreksel, website, polisblad van aansprakelijkheidsverzekering)
  • Eventuele communicatie over aanpassingen in de opdracht
  • Periodieke evaluaties (is er iets veranderd sinds de vorige beoordeling?)

Zo’n dossier is jouw eerste verdedigingslinie als de Belastingdienst vragen stelt. Het toont aan dat je actief hebt gehandeld, risico’s hebt onderkend én hebt bijgestuurd waar nodig.

Rechtspraak: zzp’ers stappen wel degelijk naar de rechter


Soms wordt er nog gedacht dat schijnzelfstandigheid vooral een ethisch of beleidsmatig vraagstuk is. Iets waar vooral juristen, vakbonden en ambtenaren zich druk over maken, maar wat in de praktijk zelden tot echte gevolgen leidt.

Dat beeld klopt allang niet meer.

Steeds vaker zien wij dat zzp’ers, vaak na een conflict over ziekte, ontslag of betaling, zelf naar de rechter stappen om te laten toetsen of hun werkrelatie niet eigenlijk een dienstverband was. En daar krijgen ze af en toe gelijk in. 

Zo concludeerde de Rechtbank Noord-Holland in deze uitspraak dat een zzp’er die via een tussenpartij werkzaamheden uitvoerde bij Tata Steel, in werkelijkheid werknemer was. Ondanks dat hij formeel als opdrachtnemer was gecontracteerd, was hij volledig ingebed in de organisatie: hij werkte fulltime, droeg bedrijfskleding, volgde instructies, en gebruikte een auto met bedrijfslogo.

In deze uitspraak oordeelt de rechtbank Noord-Holland dat een langdurige opdrachtovereenkomst tussen een consultant en een adviesbureau alsnog als arbeidsovereenkomst moet worden gekwalificeerd. De zzp’er werkte gemiddeld 24 uur per week, kreeg een vast maandbedrag en voerde kerntaken uit binnen de organisatie, onder aansturing van de directie. De werkgever had de samenwerking beëindigd via een eenzijdige opzegbrief. Die opzegging werd vernietigd: de arbeidsovereenkomst bleef dus bestaan en loon moest worden doorbetaald. Tegelijk werd – op verzoek van de werkgever – de arbeidsovereenkomst alsnog ontbonden per 1 mei 2025, vanwege een verstoorde arbeidsrelatie.

Maar zeker niet elke zzp’er die naar de rechter stapt, krijgt gelijk. In een recente zaak voor de rechtbank Oost-Brabant oordeelde de kantonrechter dat géén sprake was van een arbeidsovereenkomst. De zzp’er had tijdelijk een horecazaak gerund, in aanloop naar een mogelijke overname. Hij stelde dat er feitelijk een loondienstverband was ontstaan, en eiste achterstallig loon, ontslagvergoeding en een transitievergoeding. De rechter zag dat anders. Er waren geen duidelijke afspraken over loon, werktijden of hiërarchisch gezag. De zzp’er voerde zelfstandig de bedrijfsvoering, betaalde zichzelf en anderen uit de zakelijke rekening, en handelde feitelijk als ondernemer. 

FAQ over schijnzelfstandigheid 

 

Als de Belastingdienst vaststelt dat een zzp’er eigenlijk een werknemer is, moet je alsnog loonheffingen en sociale premies betalen. In 2025 gebeurt dit zonder terugwerkende kracht, tenzij je bewust regels hebt overtreden.

Nee. De Belastingdienst kijkt naar de praktijk, niet alleen naar het contract. Als de feitelijke uitvoering lijkt op loondienst, helpt een modelovereenkomst je niet.

Check zaken zoals: werkt hij of zij ook voor andere opdrachtgevers? Heeft de zzp’er een eigen website, verzekeringen en huisstijl? Mag hij werktijden zelf bepalen? Kan hij zich laten vervangen? Al deze factoren wegen mee (holistische toets).

Ja, dat mag. Een langdurige opdracht is op zichzelf géén bewijs van schijnzelfstandigheid. Wel kan het een indicatie zijn. Maar let op: de rechtspraak laat zien dat ook langdurige samenwerkingen nog steeds kunnen, zolang de zzp’er in de praktijk voldoende vrijheid heeft, meerdere opdrachtgevers bedient, en ondernemersrisico draagt. Het draait dus altijd om het totaalplaatje, niet alleen de duur.

Lees in deze blog meer over hoe lang je een zzp’er kan inhuren zonder in de gevarenzone te komen.

Twijfel je nog? Boek een Peace of Mind-gesprek met een van onze juristen


Je kunt blijven googelen, ChatGPT raadplegen of je buurman vragen. Maar echte Peace of Mind krijg je van een goede jurist.

In één gesprek – van een uur of twee – leg je jouw vraag, document of dilemma voor. Je boekt al peace of mind voor € 275,-.

Foto van mr. Hester Spaans

mr. Hester Spaans

Co-founder & Senior Legal Counsel

Neem contact met ons op
Scroll naar boven

mr. Hester Spaans

Co-founder & General legal consultant

Hester is een van de oprichters van Spaans&Spaans en werkt als General Legal Consultant. Ze heeft meerdere masters in het recht afgerond aan de Universiteit van Amsterdam en het voorrecht gehad een half jaar aan de University of Hong Kong te mogen studeren. Gefrustreerd over de stoffige juridische wereld, besloot ze destijds het heft in eigen hand te nemen en als ondernemer te starten. 

Inmiddels werkt ze al zo’n 5 jaar bij Spaans&Spaans en heeft ze honderden ondernemers mogen bijstaan met vraagstukken op het snijvlak van IT en recht.

Haar passie voor tech (en met name web3!) is van grote waarde bij het ‘vertalen’ van juridische regelgeving op het gebied van ICT/internet-en privacyrecht naar de dagelijkse technische realiteit. Klanten omschrijven haar als doortastend, vakkundig en pragmatisch. Om haar kennis op peil te houden is ze o.a. lid van de Vereniging voor Auteursrecht. 

mr. Lucia Spaans

Co-founder & Privacy officer

Lucia is mede-oprichter van Spaans&Spaans en werkt gedreven samen met het team aan het leveren van onze juridische diensten op top niveau.

Ze is enorm gemotiveerd en een perfectioniste (soms, oké, dikwijls, op het irritante af) die alles tot in de puntjes geregeld wil zien. Haar passie voor het recht kwam al naar voren tijdens haar studietijd in Amsterdam, waar ze ervoor koos om twee juridische masters te volgen. Het liefst controleert ze alle juridische stukken en correspondentie die dagelijks bij Spaans&Spaans de deur uitgaan meerdere malen, zodat de cliënt er zeker van kan zijn dat alles perfect geregeld is.

Verder is ze een groot fan van koffie, reist ze graag en is ze actief als gitariste (ja, echt).