Ik ken genoeg ondernemers die op hun website, social media, in brochures, video’s, op de bestelbus en via andere reclame-uitingen een foto tonen van een happy werknemer in actie. Mag dat eigenlijk zomaar? Hoe zit het met het portretrecht en de AVG?
Portretrecht
De maker van een portret (denk maar aan de fotograaf of portretschilder) heeft het auteursrecht op het werk, maar wordt beperkt door het portretrecht. Hij mag, kortom, niet alles doen wat hij zou willen doen. Van een portret is sprake wanneer iemand herkenbaar is afgebeeld. Het is niet noodzakelijk dat daadwerkelijk het gezicht van de persoon te zien is: ook uit de context, of bijvoorbeeld iemands houding, kan iemand herkenbaar zijn.
Het komt met enige regelmaat voor dat bekende nederlanders een beroep doen op het portretrecht. Ook niet-bekende nederlanders stappen hiervoor naar de rechter. In een recente uitspraak over portretrecht deed een (ex-)werknemer van Coolblue een beroep op het portretrecht.
De auteurswet maakt onderscheid in portretten die in opdracht zijn gemaakt, en portretten die niet in opdracht zijn gemaakt. Bij het gebruik van portretten van werknemers voor reclamedoeleinden van de werkgever gaat het (in de regel) om portretten die niet in opdracht zijn gemaakt.
Portretten die niet in opdracht zijn gemaakt mogen openbaar worden gemaakt. Toestemming is hiervoor niet vereist (om gedoe achteraf te voorkomen, vraag je als werkgever natuurlijk liever wel om toestemming). De geportretteerde kan zich op basis van artikel 21 Auteurswet wél verzetten tegen het gebruik van zijn portret, indien hij daarbij een redelijk belang heeft. Zo’n redelijk belang is bijvoorbeeld het recht op privacy of de bescherming van eer en goede naam.
Toestemming van de werknemer
Heeft de werknemer toestemming gegeven aan de werkgever tot het publiceren van zijn foto, dan heeft hij daarmee afstand gedaan van een beroep op artikel 21 Auteurswet. Deze toestemming kan zowel expliciet (denk aan een door de werknemer ondertekende quitclaim) als impliciet zijn gegeven. Of de werknemer daadwerkelijk toestemming heeft gegeven tot het gebruik van zijn foto in reclame, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
Geen toestemming van de werknemer
Heeft de werknemer geen (expliciete of impliciete) toestemming gegeven voor het gebruik van zijn foto? Dan kan de werknemer zoals gezegd een beroep doen op artikel 21 Auteurswet, door een redelijk belang aan te dragen.
Hoe zit het met de AVG?
Heb je het portretrecht gehad, moet je ook nog eens rekening houden met de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Foto’s en video’s waarop mensen te identificeren zijn, zijn namelijk persoonsgegevens. Voor elke verwerking van een persoonsgegeven, heb je een grondslag nodig. Zo’n grondslag kan toestemming zijn (hierbij moet wel gezegd worden dat deze grondslag in een arbeidsverhouding niet altijd volstaat. Immers, van “vrije toestemming” is niet altijd sprake: een werknemer kan een vraag van zijn werkgever moeilijk weigeren.). Toestemming kan natuurlijk ook altijd weer worden ingetrokken. Een andere grondslag die in aanmerking komt, is het gerechtvaardigd belang. Dat betekent dat de werkgever zich op een gerechtvaardigd belang kan beroepen om de foto van de werknemer voor reclamedoeleinden te gebruiken, tenzij de fundamentele vrijheden en grondrechten zwaarder wegen dan dit gerechtvaardigd belang. Uit de rechtspraak over het portretrecht weten we dat als het gaat om een portret zonder toestemming in een reclame-uiting, de geportretteerde in beginsel steeds een redelijk belang zal hebben om zich te verzetten het gebruik van zijn portret. Toch kan het oordeel ook anders uitvallen: alle omstandigheden van het geval moeten worden meegewogen.
Vragen?
Wil je eens sparren over de juridische kant van het portretrecht? Boek dan direct een online adviesgesprek (i.e. ask a lawyer) met een van onze juristen.