Een handelsagent bemiddelt voor rekening en risico van de principaal, zonder aan deze ondergeschikt te zijn. Als handelsagent heb je dus een zekere mate van zelfstandigheid. Voor de principaal kan het daarentegen belangrijk zijn om deze zelfstandigheid enigszins te beperken door in de agentuurovereenkomst een non-concurrentiebeding op te nemen. Met zo’n beding regel je dat de handelsagent gedurende de looptijd van de overeenkomst, en soms ook na beëindiging ervan, geen concurrerende activiteiten mag ondernemen.
Bescherming van belangen bij agentuur
In veel agentuurovereenkomsten staat een non-concurrentiebeding. Dit beding zorgt ervoor dat de handelsagent gedurende een bepaalde periode, zowel tijdens als na de samenwerking, geen concurrerende activiteiten mag ontplooien ten opzichte van de principaal. Het non-concurrentiebeding kan verschillende vormen aannemen. Het kan bijvoorbeeld inhouden dat de handelsagent verboden wordt om identieke producten te vertegenwoordigen als die van de principaal. Ook kan het betekenen dat na het beëindigen van de samenwerking, de handelsagent geen zaken mag doen met klanten van de principaal of binnen het geografische gebied waarin de agent actief was.
Als principaal kan het natuurlijk heel verstandig zijn om een non-concurrentiebeding af te spreken. Tegelijkertijd zien onze juristen dat partijen, en met name de agent, zich niet altijd voldoende realiseren wat de impact van zo’n beding kan zijn. Handelsagenten zetten soms wel érg snel hun handtekening, zonder de volle reikwijdte en consequenties van het beding te begrijpen. Dit kan later voor onaangename verrassingen zorgen. Een concurrentiebeding kan namelijk zeer beperkend zijn voor hun toekomstige zakelijke kansen en groeimogelijkheden.
Opnemen non-concurrentiebeding in agentuurovereenkomst
Hoewel het opnemen van een non-concurrentiebeding in een agentuurovereenkomst is toegestaan, zijn er wel enkele wettelijke verplichtingen waarmee je rekening moet houden. Dat heeft ermee te maken dat een concurrentiebeding verstrekkende gevolgen kan hebben voor de positie van de handelsagent. Daarom staan er in de wet enkele bepalingen die de handelsagent beogen te beschermen.
Zo vloeit uit artikel 7:443 BW voort dat een concurrentiebeding schriftelijk moet worden vastgelegd, en dat het beding betrekking dient te hebben op het soort goederen of diensten waarvan de agent de vertegenwoordiging had, en op het gebied, of de klantenkring en het gebied, dat aan hem was toevertrouwd. Ook mag een non-concurrentiebeding maar maximaal twee jaar duren, vanaf de dag dat de agentuurovereenkomst is beëindigd. Het is dus niet toegestaan om een langere geldigheidsduur af te spreken voor het concurrentiebeding.
Voldoet het concurrentiebeding niet aan deze wettelijke eisen? Dan is er geen geldig beding afgesproken en is de handelsagent ook niet gebonden aan het beding.
Gevolgen schenden non-concurrentiebeding agentuurovereenkomst
Wat de concrete gevolgen zijn van het schenden van een non-concurrentiebeding, hangt allereerst af van wat partijen contractueel hebben afgesproken. Meestal wordt er namelijk een boete gekoppeld aan de overtreding van het beding. Dit komt doordat het vaak lastig is om de exacte schade te bepalen die voortkomt uit de overtreding. Door op overtreding van het beding een boete te zetten, fixeer je de schade en maak je het gemakkelijker om de consequenties van de overtreding te beheersen. Bovendien gaat er van een boeteclausule ook een bepaalde preventieve werking uit. De dreiging van een financiële sanctie kan een handelsagent ontmoedigen om het non-concurrentiebeding te overtreden, aangezien hij of zij simpelweg niet bereid is om het risico van een boete te nemen.
Als de agent echter vindt dat het non-concurrentiebeding hem of haar te hard treft, kan hij of zij om matiging vragen. Dit betekent dat de rechter de boete die verbonden is aan het overtreden van het beding kan verlagen als deze als te hoog wordt beschouwd. Dit beschermt de handelsagent tegen onrechtvaardige of overdreven boetes. Bij het beoordelen van het verzoek tot matiging houdt de rechter rekening met verschillende factoren, zoals de ernst van de overtreding en de financiële situatie van beide partijen. Het doel van matiging is om een eerlijke uitkomst te bereiken die recht doet aan zowel de belangen van de principaal als die van de handelsagent.
Non-concurrentiebeding in agentuurovereenkomst: juridisch advies nodig?
Onze juristen assisteren vaak agenten en principalen bij het opstellen van heldere agentuurovereenkomsten, waarin doorgaans ook een non-concurrentiebeding wordt opgenomen.
Hulp nodig bij het opstellen van een non-concurrentiebeding in een agentuurovereenkomst? Neem gerust contact met ons op.