Enige tijd terug was een opmerkelijk aanbod te vinden in de webshop van MediaMarkt. Een iMac – een Apple computer die gewoonlijk € 2.000 kost – kon opeens worden aangeschaft voor nog geen drie euro. Een aantal mensen zag hun kans schoon en bestelde een laptop voor dit spotgoedkope bedrag. Daarna gingen de alarmbellen bij MediaMarkt al vrij snel af. De winkel nam contact op met de kopers om uit te leggen dat er sprake was van een misverstand. De meeste mensen hadden hun iMac nog niet ontvangen en konden begrip opbrengen voor de situatie. Daarentegen hadden twee klanten hun laptops al ontvangen. Zij weigerden de laptops te retourneren of duizenden euro’s bij te betalen.
Het is niet de eerste keer dat zo’n situatie zich voordoet. In 2017 bestelden tienduizenden consumenten een hoogslaper bij Leen Bakker met zo’n 90% ‘korting’. Toen Leen Bakker aangaf dat er sprake was van een vergissing en de bestellingen annuleerde, spande een aantal kopers een kort geding aan. De rechtbank oordeelde dat de consumenten wisten of hadden moeten weten dat de prijs berustte op een vergissing. Hetzelfde oordeel werd in 2006 geveld door het gerechtshof toen postorderbedrijf Otto per ongeluk een LCD-televisie aanbod voor slechts € 99,- en enkele consumenten vonden dat ze de televisie mochten houden voor die lage prijs.
Bovenstaande zaken lijken duidelijk in het voordeel te zijn van MediaMarkt. Toch meent één van de kopers (die drie iMacs heeft aangeschaft), volledig in zijn recht te staan. Maar is dat wel zo?
De koopovereenkomst
Een koopovereenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Voor een geldig aanbod is vereist dat de wil en het aanbod van de verkoper overeenstemmen. MediaMarkt bood de iMacs aan voor 0,1% (!) van de normale prijs, zonder te vermelden dat er sprake was van een stuntprijs. De kans is dus heel groot dat het onrealistisch goedkope aanbod niet overeenstemt met de wil van MediaMarkt. Wanneer de wil en het aanbod van de verkoper niet overeenstemmen, is er geen sprake van een geldig aanbod. Hierdoor kan er geen geldige koopovereenkomst tot stand komen.
Maar daarmee is de kous nog niet af. Zelfs als de wil en het aanbod van de verkoper niet overeenstemmen, bestaat nog een ontsnappingsmogelijkheid voor de koper. Wanneer de koper er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat het aanbod juist was, komt namelijk wel degelijk een koopovereenkomst tot stand. Om te bepalen of er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen, moet gekeken worden naar alle feiten en omstandigheden van het specifieke geval. Uit de rechtspraak blijkt bovendien dat van een consument wordt verwacht dat hij zich van tevoren globaal oriënteert op onder andere de gemiddelde prijs van het product dat hij wil kopen. Als we deze maatstaven toepassen op de MediaMarkt-rel, zal een beroep op gerechtvaardigd vertrouwen waarschijnlijk geen kans van slagen hebben. Voor de gemiddelde consument is het namelijk kraakhelder dat een paar euro geen juiste prijs kan zijn voor een iMac.
Bestelbevestiging en levering
Toch denkt de volhardende koper in de MediaMarkt-rel dat hij wél recht heeft op de iMacs. Hij heeft na het plaatsen van zijn bestelling namelijk een bestelbevestiging ontvangen en bovendien zijn de iMacs gewoon geleverd. Hieruit blijkt volgens hem dat de wil en het aanbod van MediaMarkt overeenstemden. Iets klopt er echter niet aan deze redenering, en dat heeft alles te maken met het moment waarop overeenstemming vereist is tussen de wil en het aanbod van de verkoper. De wil om een product voor een lagere prijs te verkopen, moet aanwezig zijn bij de aanvaarding van het aanbod. Toen de koper de iMacs bestelde, had MediaMarkt niet de wil om de iMacs voor zo’n lage prijs te verkopen. De bestelbevestiging en levering die daarna pas plaatsvonden, doen daar dus niks aan af.
Conclusie
Wij verwachten dat de desbetreffende koper het in een rechtszaak niet gaat winnen van de MediaMarkt.