Of je nu een fotograaf bent, teksten schrijft, illustraties maakt, muzikant of grafisch ontwerper bent, websites programmeert… zodra je een enigszins origineel werk hebt gemaakt, verkrijg je als maker van het werk het auteursrecht hierop. De creatie moet wel een concrete vorm hebben zodat deze met de zintuigen waarneembaar is. Dit is dan ook meteen de reden waarom ideeën of concepten niet door het auteursrecht worden beschermd. Auteursrecht ontstaat trouwens van rechtswege en hoeft dus niet te worden vastgelegd in een register of depot. Als er auteursrecht rust op jouw creatie, krijg je er van de wetgever ook meteen een andere set rechten bij: de persoonlijkheidsrechten. Wat zijn persoonlijkheidsrechten eigenlijk en wat kan je er in de praktijk mee?
Welke persoonlijkheidsrechten zijn er?
Persoonlijkheidsrechten noemen we ook wel morele rechten en zijn door de wetgever in het leven geroepen om de persoonlijke band van de maker en het werk te beschermen. Persoonlijkheidsrechten zijn van het auteursrecht afgeleide rechten.
Het recht op naamsvermelding
Het recht op naamsvermelding is gelijk het meest “gebruikte” persoonlijkheidsrecht. Naamsvermelding zorgt er namelijk voor dat jouw naam verbonden blijft aan het werk en het levert je bekendheid op. Als maker van een werk kun jij je verzetten tegen de openbaarmaking van het werk, wanneer jouw naam niet is vermeld. Ook kan je bezwaar maken tegen de openbaarmaking van het werk onder een andere naam, of de wijziging van de naam van het werk of jouw eigen naam zonder jouw toestemming. Je bent als maker trouwens zelf niet verplicht om jouw naam bij een werk te zetten, of jouw foto bijvoorbeeld te watermerken.
Andersom geldt dat degene die een auteursrechtelijk beschermd werk publiceert, de naam van de maker moet vermelden. Dit geldt niet als het in strijd met de redelijkheid zou zijn om te eisen dat de naam van de maker wordt vermeld. Daarnaast kan er afstand worden gedaan van het recht op naamsvermelding (zie hieronder) en kunnen er specifieke afspraken worden gemaakt over de manier waarop de naam moet worden vermeld. Websites die “rechtenvrije” foto’s aanbieden zoals Pexels geven in de licentie vaak aan dat naamsvermelding niet verplicht is.
Het recht op naamsvermelding wordt regelmatig genoemd en nog even extra benadrukt in de algemene voorwaarden of licentie van de maker. Dit betekent echter niet dat je er vanuit mag gaan dat de maker van het werk geen naamsvermelding vereist als het niet uitdrukkelijk is genoemd in de voorwaarden of licentie. Als een fotograaf dus niks zegt over het vermelden van zijn of haar naam, dan moet je dit dus gewoon doen.
Hoe ziet zo’n naamsvermelding er dan uit? Het veiligste is om de naam zo dicht mogelijk bij het werk te zetten. In de praktijk wordt er vaak gelinkt naar de online bron waarvan het werk afkomstig is, dan wel de website van de maker, maar dit is niet verplicht. Andersom geldt dat enkel een bronvermelding niet voldoende is: de daadwerkelijke naam van de maker moet worden genoemd. Ingewikkelder hoef je de naamsvermelding bij een foto niet te maken. Heb je een website in opdracht laten ontwikkelen? Dan zou je de naam van de developer in de footer kunnen opnemen, of je kunt afspreken met de developer dat de naam wordt opgenomen in de software. Heb je een interessante gast-blogger gevonden die graag een artikel wilt schrijven voor jouw website? Dan zou je de naam onderaan de blog kunnen opnemen. Natuurlijk zijn er ook genoeg voorbeelden denkbaar waarbij het niet gebruikelijk is – en ook wel een beetje ingewikkeld wordt – om de naam van de maker te vermelden. Denk maar aan de naamsvermelding bij een in opdracht ontworpen logo (dat zou wel gek staan, toch?)
Heb je een mooie foto op Google gevonden maar weet je niet zeker wie de fotograaf is? Dan moet je dat gaan onderzoeken. Je hebt namelijk een onderzoeksplicht om te bekijken of het werk auteursrechtelijk beschermd is en wie de maker van het werk is. Publiceer je de foto toch? Dan kan je dat duur komen te staan.
Bescherming tegen wijziging van het werk
De maker van een werk kan zich verzetten tegen een wijziging van zijn of haar werk, tenzij dat onredelijk zou zijn. Voor dit persoonlijkheidsrecht geldt dus, net als bij het recht op naamsvermelding, een redelijkheidstoets. Er zijn natuurlijk veel voorbeelden denkbaar waarbij een wijziging wel redelijk is (denk maar aan een eindredacteur die taalfouten corrigeert), waardoor het niet altijd bij voorbaat duidelijk is in hoeverre de maker zich op dit recht kan beroepen. Tegen een verminking van het werk, kan de maker zich altijd verzetten en geldt de redelijkheidstoets niet. Als maker sta je dus sterker als je kunt aantonen dat jouw werk verminkt is.
Stel dat je als grafisch ontwerper een logo hebt ontworpen. Enige tijd na oplevering van het werk kom je erachter dat jouw klant de kleur van het logo zomaar heeft gewijzigd. Het logo klopt van geen kant meer en je vindt het erg vervelend dat jouw naam verbonden is aan dit ontwerp. In een dergelijk geval kun je als grafisch ontwerper je verzetten tegen deze wijziging. Om discussies te voorkomen, kan het handig zijn om expliciet op te nemen in de algemene voorwaarden of licentie welke wijzigingen (in ieder geval) niet zijn toegestaan. Zo zou een fotograaf kunnen opnemen in zijn of haar algemene voorwaarden dat het gebruik van een filter over de foto niet is toegestaan, de foto niet mag worden bijgesneden en het eigen logo van de klant niet bij de foto mag worden toegevoegd.
Een maker kan afstand doen van het recht om zich te verzetten tegen wijzigingen van het werk. Zo zie je in sommige algemene voorwaarden clausules staan waarin is aangegeven dat de klant mag doen met het werk wat hij wil. Het tegenovergestelde zien we vaak ook. In de algemene voorwaarden kan expliciet worden opgenomen dat een werk niet mag worden gewijzigd zonder de toestemming van de maker. Door dit contractueel af te spreken, sta je als maker “sterker”.
In artikel 25 lid 4 van de Auteurswet is geregeld dat de maker nadat hij het auteursrecht op het werk heeft overgedragen wijzigingen kan aanbrengen als hem naar de regels van het maatschappelijk verkeer te goeder trouw vrijstaan. De bepaling is nogal vaag geformuleerd, omdat er veel gevallen denkbaar zijn waarin het rechtvaardig zou zijn als de maker zijn werk, ook na overdracht van het auteursrecht, wijzigt. Denk maar aan een schrijver die nieuwe ontwikkelingen wilt opnemen in een door hem opgesteld rapport.
Verzet tegen een verminking van het werk
Een maker kan zich ten slotte verzetten tegen een misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de goede naam (i.e. de reputatie) van de maker.
Afstand doen van persoonlijkheidsrechten
Van het recht op naamsvermelding en het recht om je te verzetten tegen een wijziging van het werk, kan afstand worden gedaan. Het is dus niet mogelijk om afstand te doen van het recht om je te verzetten tegen een verminking van het werk. Wat je vaak ziet gebeuren, is dat de maker afstand doet van zijn persoonlijkheidsrechten (voor zover mogelijk) wanneer het auteursrecht wordt overgedragen. Dit hoeft natuurlijk niet, want er kan ook worden afgesproken in de akte van overdracht dat de maker nu juist géén afstand doet van het recht op naamsvermelding en het recht om zich te verzetten tegen een wijziging van het werk. In dat laatste geval kan de maker zich dus, ondanks dat het auteursrecht is overgedragen, verzetten wanneer zijn naam niet wordt vermeld bij het werk of er sprake is van een onredelijke wijziging, dan wel verminking van het werk.
Als maker kun je afstand doen van jouw persoonlijkheidsrechten tegenover een individu of enkele partij (jouw klant bijvoorbeekd), maar je kan ook in zijn algemeenheid (dus tegenover iedereen) afstand doen. Dit zie je bijvoorbeeld terugkomen in de licentie van Pexels.
Wil je als maker geen afstand doen van jouw persoonlijkheidsrechten? Lees dan altijd zorgvuldig de overeenkomst door voordat je deze tekent. Soms staat het niet expliciet opgenomen in de opdrachtovereenkomst dat er afstand wordt gedaan van de persoonlijkheidsrechten. Er wordt dan simpelweg verwezen naar artikel 25 van de Auteurswet.”
Persoonlijkheidsrechten overdragen?
Helaas, persoonlijkheidsrechten kunnen niet worden overgedragen aan een ander. Dit heeft er natuurlijk mee te maken dat de persoonlijkheidsrechten juist in het leven zijn geroepen om de nauwe band tussen de maker en het werk te beschermen. In dit verband is het interessant om nog even te kijken naar de werkgever-werknemer arbeidsverhouding. Persoonlijkheidsrechten kunnen niet worden overgedragen, maar is het mogelijk dat de persoonlijkheidsrechten van een werknemer automatisch toekomen aan de werkgever, wanneer de werkgever op basis van artikel 7 van de Auteurswet als maker wordt aangemerkt (het zogenaamde “werkgeversauteursrecht”)? Het is niet geheel duidelijk of de persoonlijkheidsrechten ook aan de werkgever kunnen toekomen. De rechter heeft in ieder geval een aantal keren in het voordeel van de werknemer beslist en geoordeeld dat de persoonlijkheidsrechten toekomen aan de werknemer. Dat zou dus bijvoorbeeld betekenen dat een werknemer kan eisen dat zijn naam (ook na vertrek bij de werkgever) bij een door hem of haar geschreven blog moet worden vermeld.
Duur van persoonlijkheidsrechten
Na het overlijden van de maker kunnen de persoonlijkheidsrechten worden uitgeoefend door degene die de maker heeft aangewezen bij uiterste wilsbeschikking. Is er niemand benoemd in het testament? Dan eindigen de persoonlijkheidsrechten. De rechten eindigen in ieder geval 70 jaar na het overlijden van de maker, als er wél iemand is aangewezen in de wilsbeschikking.